Babyvoeding

Gedurende het eerste levensjaar staat de voeding van de baby in relatie met de groei, de fysiologische ontwikkeling, de sociale en motorische ontwikkeling. De groeisnelheid van de baby is zeer hoog : het lichaamsgewicht verdrievoudigt, de lengte neemt met de helft toe en de hersenen ontwikkelen zich snel. Anderzijds zijn verschillende organen nog niet volledig ontwikkeld. Het zal u dan ook niet verwonderen dat de voeding heel belangrijk is en aan zeer specifieke eisen moet voldoen qua samenstelling. De samenstelling van de zuigelingenvoedingen is aan zeer strenge reglementeringen onderworpen en moet beantwoorden aan de aanbevelingen van de Belgische en de Europese Wetgeving. Borstvoeding is de beste voeding voor een gezonde pasgeborene. Ze bevat alle voedingsstoffen voor een optimale groei gedurende de eerste zes maanden en beschermt de zuigeling beter tegen infecties en koemelkallergie. Wanneer geen borstvoeding gegeven wordt, kan men beroep doen op flesvoedingen, waarvan de samenstelling zoveel mogelijk de samenstelling van moedermelk benadert. Momenteel is het aanbod aan babyvoedingen zeer uitgebreid. Goed om weten is dat de voedingen in drie grote groepen worden ingedeeld: de startvoedingen, de opvolgvoedingen, de dieetvoedingen en speciale voedingen.

De startvoedingen zijn allemaal afgestemd op de behoeften van de zuigeling van 0 tot 4 à 6 maanden, zodat het in principe niet nodig is om supplementen te geven. Wanneer uw baby onverzadigbaar is, lastig, … is het zeker niet aangewezen om zelf te gaan experimenteren: de voorgeschreven hoeveelheid fel opdrijven, starten met een andere voeding of mogelijke andere gevaarlijke praktijken. Vraag steeds raad aan ons!

Dieetvoedingen (vb. bij lactose-intolerantie) en speciale voedingen (vb. bij kinderen met reflux) worden enkel gestart na advies van de arts of apotheker.

Ook hier geldt: een algemene regel valt niet te formuleren, geen enkele baby heeft hetzelfde schema. De meeste baby’s starten met 6 flesjes per dag; lichtgewichtsbaby’s zullen 7 flesjes per dag nodig hebben. Bij aanvang is de tijd tussen twee flesjes normaal 3 à 4 uur (zeker minstens 3 uur). Dit ritme kan nogal eens gaan variëren: bepaalde baby’s worden steeds vanzelf op vaste tijdstippen wakker, anderen moeten wakker gemaakt worden. Sla nooit een voeding over. Gedurende de tweede maand kunnen baby’s wel een groeispurt doormaken: uw baby zal dan ook frequenter voeding vragen; hier mag u gerust op ingaan want dit duurt slechts een paar dagen. Vanaf twee maanden zal de baby ook wel zelf een eigen schema aangeven; het aantal flesjes zal dan ook stilaan verminderen van 6 naar 5.

Het is moeilijk om algemeen te stellen hoeveel een baby moet en zal drinken:

• In het eerste levenshalfjaar heeft de baby 150 tot 180 ml voeding per kg per dag nodig.
• In het tweede levenshalfjaar is de melkbehoefte zeker minstens nog een halve liter per dag en dit dan gecombineerd met fruitpap en groentepap.

Het is heel belangrijk om zorgvuldig te werk te gaan: was uw handen goed en droog ze af met een propere handdoek.

Er zijn twee manieren om flesjes te bereiden: ofwel per fles ofwel de volledige hoeveelheid per dag .

• Per fles: giet de voorgeschreven hoeveelheid lauw plat water in de gesteriliseerde zuigfles (afkoken in water of gebruikmaken van Solusteriltabletten‚) en voeg de nodige afgestreken maatschepjes poeder toe. Met afgestreken bedoelen we: met de achterzijde van een proper mes wordt het overtollige poeder van het maatschepje gestreken.
  Algemene regel: steeds 1 maatschepje poeder per 30 ml water; wijk zeker nooit van deze regel af. Sluit vervolgens de zuigfles (zonder speen) af en rol eerst tussen de handen; schudt vervolgens de fles tot alle poeder goed is opgelost.

• Per dag: begin eerst met het berekenen van de totale hoeveelheid. Als u vb. 600 ml nodig hebt, neemt u 540 ml water en 18 maatjes poeder = 1 maatje per 30 ml. Het lauw water doet u in een maatbeker; voeg de afgestreken maatschepjes erbij en roer met een propere klopper tot alles goed is opgelost. Vul daarna de flesjes tot de gewenste hoeveelheid en sluit ze af. De voeding moet bewaard worden in de ijskast en dit maximum gedurende één dag.

Nota: de bereidingswijze van de voeding staat zeer duidelijk uitgelegd op elke verpakking.

• Flessenwater (niet-bruisend) met een laag gehalte aan minerale zouten en nitraten geniet de voorkeur boven leidingwater. Gebruik best flessenwater met op het etiket de vermelding dat het water geschikt is voor de bereiding van babyvoeding.
• Leidingwater, dat gedurende een vijftal minuten gekookt werd, kan gebruikt worden op voorwaarde dat het gehalte aan nitraten niet te hoog ligt.

Het is van groot belang dat u rustig en ontspannen de tijd neemt om de baby te voeden. De voeding moet de juiste temperatuur hebben; het flesje kan opgewarmd worden in een flessenwarmer, au bain marie of in de microgolfoven.

(niet afsluiten). Test de ideale temperatuur van de melk door de fles na goed schudden omgekeerd te houden en een druppel melk op de handrug te laten vallen: voelt dit aangenaam aan, dan is de temperatuur goed. Houd het flesje steeds goed verticaal zodat de speen volledig met melk gevuld is en de baby geen lucht kan happen. Draai de schroefdop ook niet te hard aan. Stop af en toe en laat de baby tussendoor de tijd om op te boeren.

Wanneer er speentjes gebruikt worden met 3 standen, kan de stand aangepast worden aan de drinksnelheid van de baby. Wees niet te lang bezig met de voeding (maximum 30 min); moedig baby ook niet aan om steeds alles uit te drinken. Giet restjes steeds weg; zeker nooit terug opwarmen en tussendoor geven.

In flesvoeding zitten voldoende vitamines. Enkel vitamine D moet extra toegediend worden. Vraag hierover advies aan ons.

Wanneer de baby extra vitaminen moet toegediend krijgen, worden deze liefst niet met de flesvoeding gemengd.

Gedurende het eerste levensjaar staat de voeding van de baby in relatie met de groei, de fysiologische ontwikkeling, de sociale en motorische ontwikkeling. De groeisnelheid van de baby is zeer hoog : het lichaamsgewicht verdrievoudigt, de lengte neemt met de helft toe en de hersenen ontwikkelen zich snel. Anderzijds zijn verschillende organen nog niet volledig ontwikkeld. Het zal u dan ook niet verwonderen dat de voeding heel belangrijk is en aan zeer specifieke eisen moet voldoen qua samenstelling. De samenstelling van de zuigelingenvoedingen is aan zeer strenge reglementeringen onderworpen en moet beantwoorden aan de aanbevelingen van de Belgische en de Europese Wetgeving. Borstvoeding is de beste voeding voor een gezonde pasgeborene. Ze bevat alle voedingsstoffen voor een optimale groei gedurende de eerste zes maanden en beschermt de zuigeling beter tegen infecties en koemelkallergie. Wanneer geen borstvoeding gegeven wordt, kan men beroep doen op flesvoedingen, waarvan de samenstelling zoveel mogelijk de samenstelling van moedermelk benadert. Momenteel is het aanbod aan babyvoedingen zeer uitgebreid. Goed om weten is dat de voedingen in drie grote groepen worden ingedeeld: de startvoedingen, de opvolgvoedingen, de dieetvoedingen en speciale voedingen.

De startvoedingen zijn allemaal afgestemd op de behoeften van de zuigeling van 0 tot 4 à 6 maanden, zodat het in principe niet nodig is om supplementen te geven. Wanneer uw baby onverzadigbaar is, lastig, … is het zeker niet aangewezen om zelf te gaan experimenteren: de voorgeschreven hoeveelheid fel opdrijven, starten met een andere voeding of mogelijke andere gevaarlijke praktijken. Vraag steeds raad aan ons!

Dieetvoedingen (vb. bij lactose-intolerantie) en speciale voedingen (vb. bij kinderen met reflux) worden enkel gestart na advies van de arts of apotheker.

Ook hier geldt: een algemene regel valt niet te formuleren, geen enkele baby heeft hetzelfde schema. De meeste baby’s starten met 6 flesjes per dag; lichtgewichtsbaby’s zullen 7 flesjes per dag nodig hebben. Bij aanvang is de tijd tussen twee flesjes normaal 3 à 4 uur (zeker minstens 3 uur). Dit ritme kan nogal eens gaan variëren: bepaalde baby’s worden steeds vanzelf op vaste tijdstippen wakker, anderen moeten wakker gemaakt worden. Sla nooit een voeding over. Gedurende de tweede maand kunnen baby’s wel een groeispurt doormaken: uw baby zal dan ook frequenter voeding vragen; hier mag u gerust op ingaan want dit duurt slechts een paar dagen. Vanaf twee maanden zal de baby ook wel zelf een eigen schema aangeven; het aantal flesjes zal dan ook stilaan verminderen van 6 naar 5.

Het is moeilijk om algemeen te stellen hoeveel een baby moet en zal drinken:

• In het eerste levenshalfjaar heeft de baby 150 tot 180 ml voeding per kg per dag nodig.
• In het tweede levenshalfjaar is de melkbehoefte zeker minstens nog een halve liter per dag en dit dan gecombineerd met fruitpap en groentepap.

Het is heel belangrijk om zorgvuldig te werk te gaan: was uw handen goed en droog ze af met een propere handdoek.

Er zijn twee manieren om flesjes te bereiden: ofwel per fles ofwel de volledige hoeveelheid per dag .

• Per fles: giet de voorgeschreven hoeveelheid lauw plat water in de gesteriliseerde zuigfles (afkoken in water of gebruikmaken van Solusteriltabletten‚) en voeg de nodige afgestreken maatschepjes poeder toe. Met afgestreken bedoelen we: met de achterzijde van een proper mes wordt het overtollige poeder van het maatschepje gestreken.
  Algemene regel: steeds 1 maatschepje poeder per 30 ml water; wijk zeker nooit van deze regel af. Sluit vervolgens de zuigfles (zonder speen) af en rol eerst tussen de handen; schudt vervolgens de fles tot alle poeder goed is opgelost.

• Per dag: begin eerst met het berekenen van de totale hoeveelheid. Als u vb. 600 ml nodig hebt, neemt u 540 ml water en 18 maatjes poeder = 1 maatje per 30 ml. Het lauw water doet u in een maatbeker; voeg de afgestreken maatschepjes erbij en roer met een propere klopper tot alles goed is opgelost. Vul daarna de flesjes tot de gewenste hoeveelheid en sluit ze af. De voeding moet bewaard worden in de ijskast en dit maximum gedurende één dag.

Nota: de bereidingswijze van de voeding staat zeer duidelijk uitgelegd op elke verpakking.

• Flessenwater (niet-bruisend) met een laag gehalte aan minerale zouten en nitraten geniet de voorkeur boven leidingwater. Gebruik best flessenwater met op het etiket de vermelding dat het water geschikt is voor de bereiding van babyvoeding.
• Leidingwater, dat gedurende een vijftal minuten gekookt werd, kan gebruikt worden op voorwaarde dat het gehalte aan nitraten niet te hoog ligt.

Het is van groot belang dat u rustig en ontspannen de tijd neemt om de baby te voeden. De voeding moet de juiste temperatuur hebben; het flesje kan opgewarmd worden in een flessenwarmer, au bain marie of in de microgolfoven.

(niet afsluiten). Test de ideale temperatuur van de melk door de fles na goed schudden omgekeerd te houden en een druppel melk op de handrug te laten vallen: voelt dit aangenaam aan, dan is de temperatuur goed. Houd het flesje steeds goed verticaal zodat de speen volledig met melk gevuld is en de baby geen lucht kan happen. Draai de schroefdop ook niet te hard aan. Stop af en toe en laat de baby tussendoor de tijd om op te boeren.

Wanneer er speentjes gebruikt worden met 3 standen, kan de stand aangepast worden aan de drinksnelheid van de baby. Wees niet te lang bezig met de voeding (maximum 30 min); moedig baby ook niet aan om steeds alles uit te drinken. Giet restjes steeds weg; zeker nooit terug opwarmen en tussendoor geven.

In flesvoeding zitten voldoende vitamines. Enkel vitamine D moet extra toegediend worden. Vraag hierover advies aan ons.

Wanneer de baby extra vitaminen moet toegediend krijgen, worden deze liefst niet met de flesvoeding gemengd.

Gedurende het eerste levensjaar staat de voeding van de baby in relatie met de groei, de fysiologische ontwikkeling, de sociale en motorische ontwikkeling. De groeisnelheid van de baby is zeer hoog : het lichaamsgewicht verdrievoudigt, de lengte neemt met de helft toe en de hersenen ontwikkelen zich snel. Anderzijds zijn verschillende organen nog niet volledig ontwikkeld. Het zal u dan ook niet verwonderen dat de voeding heel belangrijk is en aan zeer specifieke eisen moet voldoen qua samenstelling. De samenstelling van de zuigelingenvoedingen is aan zeer strenge reglementeringen onderworpen en moet beantwoorden aan de aanbevelingen van de Belgische en de Europese Wetgeving. Borstvoeding is de beste voeding voor een gezonde pasgeborene. Ze bevat alle voedingsstoffen voor een optimale groei gedurende de eerste zes maanden en beschermt de zuigeling beter tegen infecties en koemelkallergie. Wanneer geen borstvoeding gegeven wordt, kan men beroep doen op flesvoedingen, waarvan de samenstelling zoveel mogelijk de samenstelling van moedermelk benadert. Momenteel is het aanbod aan babyvoedingen zeer uitgebreid. Goed om weten is dat de voedingen in drie grote groepen worden ingedeeld: de startvoedingen, de opvolgvoedingen, de dieetvoedingen en speciale voedingen.

De startvoedingen zijn allemaal afgestemd op de behoeften van de zuigeling van 0 tot 4 à 6 maanden, zodat het in principe niet nodig is om supplementen te geven. Wanneer uw baby onverzadigbaar is, lastig, … is het zeker niet aangewezen om zelf te gaan experimenteren: de voorgeschreven hoeveelheid fel opdrijven, starten met een andere voeding of mogelijke andere gevaarlijke praktijken. Vraag steeds raad aan ons!

Dieetvoedingen (vb. bij lactose-intolerantie) en speciale voedingen (vb. bij kinderen met reflux) worden enkel gestart na advies van de arts of apotheker.

Ook hier geldt: een algemene regel valt niet te formuleren, geen enkele baby heeft hetzelfde schema. De meeste baby’s starten met 6 flesjes per dag; lichtgewichtsbaby’s zullen 7 flesjes per dag nodig hebben. Bij aanvang is de tijd tussen twee flesjes normaal 3 à 4 uur (zeker minstens 3 uur). Dit ritme kan nogal eens gaan variëren: bepaalde baby’s worden steeds vanzelf op vaste tijdstippen wakker, anderen moeten wakker gemaakt worden. Sla nooit een voeding over. Gedurende de tweede maand kunnen baby’s wel een groeispurt doormaken: uw baby zal dan ook frequenter voeding vragen; hier mag u gerust op ingaan want dit duurt slechts een paar dagen. Vanaf twee maanden zal de baby ook wel zelf een eigen schema aangeven; het aantal flesjes zal dan ook stilaan verminderen van 6 naar 5.

Het is moeilijk om algemeen te stellen hoeveel een baby moet en zal drinken:

• In het eerste levenshalfjaar heeft de baby 150 tot 180 ml voeding per kg per dag nodig.
• In het tweede levenshalfjaar is de melkbehoefte zeker minstens nog een halve liter per dag en dit dan gecombineerd met fruitpap en groentepap.

Het is heel belangrijk om zorgvuldig te werk te gaan: was uw handen goed en droog ze af met een propere handdoek.

Er zijn twee manieren om flesjes te bereiden: ofwel per fles ofwel de volledige hoeveelheid per dag .

• Per fles: giet de voorgeschreven hoeveelheid lauw plat water in de gesteriliseerde zuigfles (afkoken in water of gebruikmaken van Solusteriltabletten‚) en voeg de nodige afgestreken maatschepjes poeder toe. Met afgestreken bedoelen we: met de achterzijde van een proper mes wordt het overtollige poeder van het maatschepje gestreken.
  Algemene regel: steeds 1 maatschepje poeder per 30 ml water; wijk zeker nooit van deze regel af. Sluit vervolgens de zuigfles (zonder speen) af en rol eerst tussen de handen; schudt vervolgens de fles tot alle poeder goed is opgelost.

• Per dag: begin eerst met het berekenen van de totale hoeveelheid. Als u vb. 600 ml nodig hebt, neemt u 540 ml water en 18 maatjes poeder = 1 maatje per 30 ml. Het lauw water doet u in een maatbeker; voeg de afgestreken maatschepjes erbij en roer met een propere klopper tot alles goed is opgelost. Vul daarna de flesjes tot de gewenste hoeveelheid en sluit ze af. De voeding moet bewaard worden in de ijskast en dit maximum gedurende één dag.

Nota: de bereidingswijze van de voeding staat zeer duidelijk uitgelegd op elke verpakking.

• Flessenwater (niet-bruisend) met een laag gehalte aan minerale zouten en nitraten geniet de voorkeur boven leidingwater. Gebruik best flessenwater met op het etiket de vermelding dat het water geschikt is voor de bereiding van babyvoeding.
• Leidingwater, dat gedurende een vijftal minuten gekookt werd, kan gebruikt worden op voorwaarde dat het gehalte aan nitraten niet te hoog ligt.

Het is van groot belang dat u rustig en ontspannen de tijd neemt om de baby te voeden. De voeding moet de juiste temperatuur hebben; het flesje kan opgewarmd worden in een flessenwarmer, au bain marie of in de microgolfoven.

(niet afsluiten). Test de ideale temperatuur van de melk door de fles na goed schudden omgekeerd te houden en een druppel melk op de handrug te laten vallen: voelt dit aangenaam aan, dan is de temperatuur goed. Houd het flesje steeds goed verticaal zodat de speen volledig met melk gevuld is en de baby geen lucht kan happen. Draai de schroefdop ook niet te hard aan. Stop af en toe en laat de baby tussendoor de tijd om op te boeren.

Wanneer er speentjes gebruikt worden met 3 standen, kan de stand aangepast worden aan de drinksnelheid van de baby. Wees niet te lang bezig met de voeding (maximum 30 min); moedig baby ook niet aan om steeds alles uit te drinken. Giet restjes steeds weg; zeker nooit terug opwarmen en tussendoor geven.

In flesvoeding zitten voldoende vitamines. Enkel vitamine D moet extra toegediend worden. Vraag hierover advies aan ons.

Wanneer de baby extra vitaminen moet toegediend krijgen, worden deze liefst niet met de flesvoeding gemengd.